Oehoes maken nesten op zeer uiteenlopende hoogtes en komen zelfs in uitzonderlijke gevallen voor op de grond. De meeste nesten komen voor op een hoogte tussen de 6 en 20 meter. Oehoes komen voor in gebieden waar ook in de winter voldoende prooi te vinden is. Ze broeden vaak op steile wanden van zand- en kleigroeves, aan de rotswanden van bijvoorbeeld steengroeves, in hoge bomen en af en toe vind je ze in kerktorens, kasteeltorens of andere hoge gebouwen.


