Alle inheemse vogelsoorten zijn beschermd via de Omgevingswet. Omgevingsvergunning voor deze diergroep is in de meeste gevallen niet mogelijk. Dit betekent dat het (opzettelijk) verstoren, verontrusten, doden en anderszins van vogels en nesten in beginsel niet is toegestaan. Voor vogels geldt dat deze tijdens de broedperiode het meest gevoelig zijn voor verstoring. De rest van het jaar zijn zij flexibeler en is de kans op nadelige effecten door de werkzaamheden voor de individuen aanzienlijk minder. Hierdoor is het sterk aan te bevelen buiten het broedseizoen te werken.
Globaal ligt het broedseizoen van de meeste vogelsoorten tussen maart en augustus. Doordat broedperioden jaarlijks kunnen wisselen, ze verschillen per vogelsoort en mede afhankelijk zijn van de weersgesteldheid, kunnen ook broedende vogels in een andere periode van het jaar worden aangetroffen. Omdat werken buiten het broedseizoen niet altijd mogelijk is (en er ook in andere perioden sprake kan zijn van een bezet nest), is soms ecologische begeleiding noodzakelijk om verstoring van broedende vogels te voorkomen. Onze ecologen hebben ruime ervaring met het opsporen van vogelnesten en het markeren hiervan. Op basis van onze kennis en ervaring kunnen we een goede inschatting maken over de verstoringsafstand die gehanteerd moet worden tot het nest en een inschatting maken welke werkzaamheden wel of geen doorgang kunnen vinden. We denken met de initiatiefnemer mee en zoeken altijd zoveel mogelijk naar praktische oplossingen die werkbaar is, zonder dat de broedende vogels verstoord worden.